Gebouw
In 1895 geeft Louise Sèthe, eigenares van een groot terrein in Ukkel, haar schoonzoon architect Henry Van de Velde opdracht om zijn allereerste huis te bouwen: de Bloemenwerf. Twee jaar later bouwt hij op de rest van het terrein, van het eerste huis gescheiden door een haag, een kleine woning voor zijn schoonmoeder. Het huis Sèthe waarvan de hoofdgevel recht tegenover de Bloemenwerf staat, is bereikbaar via twee mooie hekken met art nouveau-lijnen. De woning staat op een sokkel van gekleurde breuksteen van zandsteen en wordt geheel in baksteen en steen opgetrokken volgens een oorspronkelijk achthoekig grondplan.
Wijk
Dieweg
Bouwkundig erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Meer weten
Inventaris van het bouwkundig erfgoed
Op oude foto's zien we een aantal typische kenmerken van de stijl van de architect : een perron met houten bogen en zitbanken, kleine vensters in een lijst met uitgesneden ijzerwerk en brede schoorstenen op geprofileerde consoles.
Het grondplan is georganiseerd rond een inkomhal die onrechtstreeks wordt verlicht door de brede glasdeuren van de leefruimten. Net als in de Bloemenwerf heerst hier een intimistische sfeer. Het behangpapier met geometrische motieven is door de architect zelf ontworpen.
In 1917 wordt achteraan een uit vakwerk bestaande trapgevel toegevoegd in cottagestijl, net als in het buurhuis. In 1950 wordt het huis Sèthe vergroot en later wordt het nog meermaals verbouwd. Alleen de toegangshekken ogen nog origineel, voor de rest is het huis onherkenbaar.
In de omgeving
Door dezelfde architect
Wijk
Dieweg
Bouwkundig erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Meer weten Inventaris van het bouwkundig erfgoed
Bouwkundig erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Meer weten Inventaris van het bouwkundig erfgoed
Op oude foto's zien we een aantal typische kenmerken van de stijl van de architect : een perron met houten bogen en zitbanken, kleine vensters in een lijst met uitgesneden ijzerwerk en brede schoorstenen op geprofileerde consoles.
Het grondplan is georganiseerd rond een inkomhal die onrechtstreeks wordt verlicht door de brede glasdeuren van de leefruimten. Net als in de Bloemenwerf heerst hier een intimistische sfeer. Het behangpapier met geometrische motieven is door de architect zelf ontworpen.
In 1917 wordt achteraan een uit vakwerk bestaande trapgevel toegevoegd in cottagestijl, net als in het buurhuis. In 1950 wordt het huis Sèthe vergroot en later wordt het nog meermaals verbouwd. Alleen de toegangshekken ogen nog origineel, voor de rest is het huis onherkenbaar.