Gebouw
Mathieu Litt © urban.brussels
Toegangsdeur (foto 2015)
Toegangsdeur (foto 2015)
Mathieu Litt © urban.brussels
Gang, benedenverdieping (foto 2015)
Gang, benedenverdieping (foto 2015)
Mathieu Litt © urban.brussels
Toegangsdeur, gevel (foto 2015)
Toegangsdeur, gevel (foto 2015)
Mathieu Litt © urban.brussels
Deze twee opmerkelijke gekoppelde burgerwoningen maken deel uit van een reeks van vier identieke huizen, waarvan er helaas twee werden gesloopt om plaats te maken voor het appartementsgebouw (eveneens beschermd) aan de rechterkant.
Bouwkundig erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Meer weten
Inventaris van het bouwkundig erfgoed
Ondanks verre invloeden van de gotische architectuur bezitten de smeedijzeren borstweringen en de mozaïek voor de toegangsdeur een uitgesproken art nouveau-karakter.
Het is opmerkelijk hoe Blérot de stedenbouwkundige voorschriften, die een insprong ten opzichte van de rooilijn oplegden, exploiteerde. Hij voorzag in voortuinen die bijdragen tot het groene en pittoreske karakter van de wijk van de vijvers en voorzag hier ook in trappenpartijen die tot aan de voordeuren leiden. De inspringende portieken, een originele oplossing voor die tijd, beschermen de bewoners die buitenkomen en geven ze de tijd om bij regen een regenscherm te openen.
Een weerkerend thema bij Blérot zijn de vensters in de vorm van verticale banden onder steekboog.
De bel-étage wordt gekenmerkt door een brede lichtjes gebogen erker, bekroond met een terras.
Vermits deze huizen tegelijk werden ontworpen kwam Blérot op het idee om de ronde trappenhuizen te laten doorlopen tot voorbij de gemeenschappelijke muur. Deze opmerkelijke ruimten zijn verrassend voor de bezoeker die bij het betreden van het huis zich verwacht aan het destijds in Brussel gebruikelijke traditionele trappenhuis.
De kronkelende clematismotieven van de vloermozaïek voor de inkomdeur lopen door in de inkomhal en tot aan het trappenhuis. Het geheel wordt verlicht door fraaie glas-in-loodramen.
In de omgeving
Door dezelfde architect
Bouwkundig erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Meer weten Inventaris van het bouwkundig erfgoed
Ondanks verre invloeden van de gotische architectuur bezitten de smeedijzeren borstweringen en de mozaïek voor de toegangsdeur een uitgesproken art nouveau-karakter.
Het is opmerkelijk hoe Blérot de stedenbouwkundige voorschriften, die een insprong ten opzichte van de rooilijn oplegden, exploiteerde. Hij voorzag in voortuinen die bijdragen tot het groene en pittoreske karakter van de wijk van de vijvers en voorzag hier ook in trappenpartijen die tot aan de voordeuren leiden. De inspringende portieken, een originele oplossing voor die tijd, beschermen de bewoners die buitenkomen en geven ze de tijd om bij regen een regenscherm te openen.
Een weerkerend thema bij Blérot zijn de vensters in de vorm van verticale banden onder steekboog.
De bel-étage wordt gekenmerkt door een brede lichtjes gebogen erker, bekroond met een terras.
Vermits deze huizen tegelijk werden ontworpen kwam Blérot op het idee om de ronde trappenhuizen te laten doorlopen tot voorbij de gemeenschappelijke muur. Deze opmerkelijke ruimten zijn verrassend voor de bezoeker die bij het betreden van het huis zich verwacht aan het destijds in Brussel gebruikelijke traditionele trappenhuis.
De kronkelende clematismotieven van de vloermozaïek voor de inkomdeur lopen door in de inkomhal en tot aan het trappenhuis. Het geheel wordt verlicht door fraaie glas-in-loodramen.
Het is opmerkelijk hoe Blérot de stedenbouwkundige voorschriften, die een insprong ten opzichte van de rooilijn oplegden, exploiteerde. Hij voorzag in voortuinen die bijdragen tot het groene en pittoreske karakter van de wijk van de vijvers en voorzag hier ook in trappenpartijen die tot aan de voordeuren leiden. De inspringende portieken, een originele oplossing voor die tijd, beschermen de bewoners die buitenkomen en geven ze de tijd om bij regen een regenscherm te openen.
Een weerkerend thema bij Blérot zijn de vensters in de vorm van verticale banden onder steekboog.
De bel-étage wordt gekenmerkt door een brede lichtjes gebogen erker, bekroond met een terras.
Vermits deze huizen tegelijk werden ontworpen kwam Blérot op het idee om de ronde trappenhuizen te laten doorlopen tot voorbij de gemeenschappelijke muur. Deze opmerkelijke ruimten zijn verrassend voor de bezoeker die bij het betreden van het huis zich verwacht aan het destijds in Brussel gebruikelijke traditionele trappenhuis.
De kronkelende clematismotieven van de vloermozaïek voor de inkomdeur lopen door in de inkomhal en tot aan het trappenhuis. Het geheel wordt verlicht door fraaie glas-in-loodramen.
