Gebouw
"Paul Hamesse & Frères Architectes", zo staat te lezen op een naamplaat rechts van de inkomdeur. Vanaf 1910 woont de architect hier samen met zijn broers Georges en Léon. Hun vruchtbare samenwerking zal nog duren tot eind jaren 30. Vandaag wordt het huis nog steeds bewoond door hun afstammelingen.
Bouwkundig erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Meer weten
Inventaris van het bouwkundig erfgoed
In het gevelontwerp toont Paul zonder aarzelen zijn bewondering voor de Wiener Sezession, maar ontwikkelt hij ook een zeer persoonlijk vocabularium van vormen en motieven met klassieke accenten: rondbogen en bogen in de vorm van een 'gendarmehoed', geometrische en afgevlakte spiralen, geparelde tafels en cartouches, boogfriezen en cannelures, rozen, guirlandes en gestileerde vallende bladeren.
Dezelfde vormen zien we ook in het interieur waarvan het decor en het meubilair nog deels werden bewaard. De persoonlijkheid van binnenhuisarchitect-decorateur Paul Hamesse komt geheel tot uiting in het vaste houten meubilair en het fraai bewerkte kopergietwerk alsook in het hang- en sluitwerk dat de architect in 1904 ook al voorzag in het huis Cohn-Donnay. De volgens het sjabloonprocedé geschilderde muren zijn nog art nouveau, maar bloem- en fruitmandmotieven in de glas-in-loodramen met warme tinten en het kleurig opgesmukte marmer van de schoorstenen kondigen al de art deco aan.
In de omgeving
Door dezelfde architect
Bouwkundig erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Meer weten Inventaris van het bouwkundig erfgoed
In het gevelontwerp toont Paul zonder aarzelen zijn bewondering voor de Wiener Sezession, maar ontwikkelt hij ook een zeer persoonlijk vocabularium van vormen en motieven met klassieke accenten: rondbogen en bogen in de vorm van een 'gendarmehoed', geometrische en afgevlakte spiralen, geparelde tafels en cartouches, boogfriezen en cannelures, rozen, guirlandes en gestileerde vallende bladeren.
Dezelfde vormen zien we ook in het interieur waarvan het decor en het meubilair nog deels werden bewaard. De persoonlijkheid van binnenhuisarchitect-decorateur Paul Hamesse komt geheel tot uiting in het vaste houten meubilair en het fraai bewerkte kopergietwerk alsook in het hang- en sluitwerk dat de architect in 1904 ook al voorzag in het huis Cohn-Donnay. De volgens het sjabloonprocedé geschilderde muren zijn nog art nouveau, maar bloem- en fruitmandmotieven in de glas-in-loodramen met warme tinten en het kleurig opgesmukte marmer van de schoorstenen kondigen al de art deco aan.