Gebouw
Terwijl de Defacqzstraat nog volop bebouwd wordt, besluiten Paul Hankar en zijn vriend, de schilder René Janssens, vanaf 1896 om de handen in elkaar te slaan. Op een groot perceel bouwen ze een woning met een gigantisch trappenhuis. Aan de straatkant wordt een ruim atelier ingericht.
Wijk
Kastelein
Bouwkundig erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Meer weten
Inventaris van het bouwkundig erfgoed
De geometrische rust in de gevel creëert een verrassende dialoog met het weelderige vertoon van het aanpalende huis! In de originele gevel is duidelijk te zien hoe belangrijk de asymmetrie is in de compositie. Op de eerste verdieping wordt de vlakke gevel onderbroken door een houten erker in japoniserende stijl, gedragen door vier sierlijke metalen consoles. Hier ontvouwt zich het grootste vertrek van het huis: het schildersatelier dat over de hele breedte wordt verlicht door een daklicht.
De verhogingen van 1904 en 1908 respecteren nog de geest van Hankar, maar bij latere werken verdwijnen de art nouveau-kenmerken grotendeels om plaats te maken voor een meer klassiek interieur.
De restauratie van begin jaren 90 wordt bekroond met de Prijs Europa Nostra. De blootgelegde muurschilderingen vertonen bloemmotieven die een fraaie harmonie vormen met het mahoniehout en de rode den van de trap en met de gele glas-in-loodramen van het bovenlicht. Helaas worden de muren later witgekalkt...
In de omgeving
Door dezelfde architect
Wijk
Kastelein
Bouwkundig erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Meer weten Inventaris van het bouwkundig erfgoed
Bouwkundig erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Meer weten Inventaris van het bouwkundig erfgoed
De geometrische rust in de gevel creëert een verrassende dialoog met het weelderige vertoon van het aanpalende huis! In de originele gevel is duidelijk te zien hoe belangrijk de asymmetrie is in de compositie. Op de eerste verdieping wordt de vlakke gevel onderbroken door een houten erker in japoniserende stijl, gedragen door vier sierlijke metalen consoles. Hier ontvouwt zich het grootste vertrek van het huis: het schildersatelier dat over de hele breedte wordt verlicht door een daklicht.
De verhogingen van 1904 en 1908 respecteren nog de geest van Hankar, maar bij latere werken verdwijnen de art nouveau-kenmerken grotendeels om plaats te maken voor een meer klassiek interieur.
De restauratie van begin jaren 90 wordt bekroond met de Prijs Europa Nostra. De blootgelegde muurschilderingen vertonen bloemmotieven die een fraaie harmonie vormen met het mahoniehout en de rode den van de trap en met de gele glas-in-loodramen van het bovenlicht. Helaas worden de muren later witgekalkt...