Gebouw
Op een perceel dat zich uitstrekt tussen de Defacqzstraat en de Paul-Émile Jansonstraat, eigendom van de Ciamberlani's, bouwt Paul Hankar aan elk uiteinde een herenhuis. Het eerste dateert van 1897 en is bestemd voor de beroemde symbolistische schilder Albert, in het tweede, uit 1900, neemt zijn broer José zijn intrek. Deze tweede woning is de laatste realisatie van Hankar. Na zijn dood worden de werken voortgezet door zijn medewerker Émile Van Nooten.
Wijk
Kastelein
Bouwkundig erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Meer weten
Inventaris van het bouwkundig erfgoed
Gedreven door zijn passie voor paarden laat José Ciamberlani achter zijn huis stallingen, een tuigkamer, koetshuizen en een woning voor de stalknecht bouwen. De architect ontwerpt een bijzonder lage benedenverdieping met een eenvoudige rechte trap die evenwijdig loopt met de gevel. Hij verleent toegang tot de verdieping waar het trappenhuis breder wordt. Hier bevinden zich de ruime en lichte ontvangstvertrekken. Het grote salon beslaat de hele breedte van de gevel. Het wordt verlicht door een groot raam aan de straatkant dat in 1920 wordt voorzien van een eikenhouten erker. Daarna volgen de eetkamer en - aan de achterkant - de wintertuin, met daarnaast het kantoor. De bovenste verdiepingen zijn voorbehouden voor de privévertrekken.
Hoewel het originele interieur, imposant en luxueus, meermaals wordt gewijzigd, blijft de geest van Hankar nog duidelijk aanwezig in het grondplan of in de behouden decors: japoniserende trapleuning, plafonds met vernuftig decoratief balkwerk in edele houtsoorten, mahoniehouten schrijnwerk in twee kleuren en met messing beslag, kleurrijke schoorstenen. Voor de gevel voorziet Hankar een grote sgraffito, maar die wordt nooit uitgevoerd.
In de omgeving
Door dezelfde architect
Wijk
Kastelein
Bouwkundig erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Meer weten Inventaris van het bouwkundig erfgoed
Bouwkundig erfgoed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Meer weten Inventaris van het bouwkundig erfgoed
Gedreven door zijn passie voor paarden laat José Ciamberlani achter zijn huis stallingen, een tuigkamer, koetshuizen en een woning voor de stalknecht bouwen. De architect ontwerpt een bijzonder lage benedenverdieping met een eenvoudige rechte trap die evenwijdig loopt met de gevel. Hij verleent toegang tot de verdieping waar het trappenhuis breder wordt. Hier bevinden zich de ruime en lichte ontvangstvertrekken. Het grote salon beslaat de hele breedte van de gevel. Het wordt verlicht door een groot raam aan de straatkant dat in 1920 wordt voorzien van een eikenhouten erker. Daarna volgen de eetkamer en - aan de achterkant - de wintertuin, met daarnaast het kantoor. De bovenste verdiepingen zijn voorbehouden voor de privévertrekken.
Hoewel het originele interieur, imposant en luxueus, meermaals wordt gewijzigd, blijft de geest van Hankar nog duidelijk aanwezig in het grondplan of in de behouden decors: japoniserende trapleuning, plafonds met vernuftig decoratief balkwerk in edele houtsoorten, mahoniehouten schrijnwerk in twee kleuren en met messing beslag, kleurrijke schoorstenen. Voor de gevel voorziet Hankar een grote sgraffito, maar die wordt nooit uitgevoerd.