Gebouw
Als de gemeente Schaarbeek omstreeks 1900 een architectuurwedstrijd uitschrijft die het gebruik van materialen oplegt van minstens 50 frank per m2, tonen de architecten zich van hun creatiefste kant.
In 1905 en 1906 tekent Gustave Strauven voor de nieuwe Louis Bertrandlaan de plannen van twee groepen opbrengstgebouwen die als forten tegenover elkaar komen te staan op de hoek van de Josaphatstraat.
Dit geheel bevat het Café des Beaux-Arts onder een elegante smeedijzeren markies, met daarboven vijf bouwlagen met appartementen. Hoe hoger het appartement is gelegen, hoe lager de huurprijs. Alle materialen en technieken volgen de onstuimige, grillige lijnen van de architect.
Met zijn inventieve talent destructureert hij de gevels en creëert hij een compositie die de kijker doet wegdromen. Gestapelde erkers brengen dynamiek in de gevel, net als de balkons met gietijzeren zuilen of het spel van consoles tussen de bouwlagen. Hun kleuren ontlenen de gevels aan de verspringende bakstenen en de keramische panelen. De hand van de meester is herkenbaar in de gesculpteerde steen en het gietijzer en smeedijzer en in het japoniserende profiel van de houten consoles.
"Un de plus ! " titelt een krant in 1983 bij het trieste schouwspel van een markies die in stukken gebroken op het voetpad ligt. Ze wil de stad wijzen op de dreigende teloorgang van een art nouveau die nog weinig gewaardeerd wordt. In extremis wordt de markies gered en later teruggeplaatst, samen met het originele schrijnwerk dat lag opgeslagen in de kelder.
In de omgeving
Door dezelfde architect
In 1905 en 1906 tekent Gustave Strauven voor de nieuwe Louis Bertrandlaan de plannen van twee groepen opbrengstgebouwen die als forten tegenover elkaar komen te staan op de hoek van de Josaphatstraat.
Dit geheel bevat het Café des Beaux-Arts onder een elegante smeedijzeren markies, met daarboven vijf bouwlagen met appartementen. Hoe hoger het appartement is gelegen, hoe lager de huurprijs. Alle materialen en technieken volgen de onstuimige, grillige lijnen van de architect.
Met zijn inventieve talent destructureert hij de gevels en creëert hij een compositie die de kijker doet wegdromen. Gestapelde erkers brengen dynamiek in de gevel, net als de balkons met gietijzeren zuilen of het spel van consoles tussen de bouwlagen. Hun kleuren ontlenen de gevels aan de verspringende bakstenen en de keramische panelen. De hand van de meester is herkenbaar in de gesculpteerde steen en het gietijzer en smeedijzer en in het japoniserende profiel van de houten consoles.
"Un de plus ! " titelt een krant in 1983 bij het trieste schouwspel van een markies die in stukken gebroken op het voetpad ligt. Ze wil de stad wijzen op de dreigende teloorgang van een art nouveau die nog weinig gewaardeerd wordt. In extremis wordt de markies gered en later teruggeplaatst, samen met het originele schrijnwerk dat lag opgeslagen in de kelder.