inside art nouveau

In zijn memoires herinnert Horta zich zijn enthousiasme van toen: ‘Ik had het gevoel dat ik met hem mijn verbeelding volop haar gang kon laten gaan. Ik presenteerde hem het meest gewaagde ontwerp dat ik tot dan toe had gemaakt.’

Zoals u kunt vaststellen, bezit dit huis drie verschillende gevels, die overeenkomen met de verschillende bouwfasen. Het hoofdgebouw (nr. 4) werd in 1895 opgetrokken op een negen meter breed perceel. Het werd op de hoek uitgebreid met een werkkamer en een biljartzaal. Twee jaar later werd rechts een derde gebouw toegevoegd om de ontvangstruimten te vergroten.
De gedurfde gevel van het hoofdgebouw is opgetrokken in toen nog ongebruikelijke industriële materialen. De grote erker, bestaande uit zichtbare metalen balken met klinknagels en mozaïeken met een decor van soepele lijnen op de panelen van de borstweringen, is ontworpen als een scherm dat voor de gevel is gespannen.
De zijgevels zijn soberder. Ze zijn opgetrokken in Franse steen, die de architect de mogelijkheid bood om er soepele en organische lijnen in te verwerken.

Horta bedacht een absoluut vernieuwend grondplan. Meteen na de inkomhal volgt een wintertuin met een opmerkelijke door elegante pijlers gedragen koepel in gekleurd glas-in-lood met gestileerde bloemmotieven.
Deze wintertuin vormt het centrum waarop het hele huis is georiënteerd. In de eetkamer is de oorspronkelijke gewafelde muurbekleding in groen, bruin en oker met gestileerde orchideeën en olifanten (referentie naar de Congo?) bewaard.
Het salon vooraan heeft lambriseringen in groene onyxplaten en wandbekleding in zijde van Lyon met gouddraad.

Dit huis kan bij bepaalde gelegenheden worden bezocht. Als die gelegenheid zich voordoet, mis ze dan niet, het loont de moeite!